De eisen zijn gedetailleerd opgesteld en er zijn specifieke eisen voor de verschillende levensfasen van de varkens. Onder Beter Leven 1 ster worden de varkens in groepen van minstens 20 dieren gehouden. Behalve in het kraamhok moeten zij vrije bewegingsruimte hebben. Per dier hebben zij iets meer leefoppervlak dan in gangbare stallen. Het keurmerk schrijft voor dat er daglicht in de stallen komt. Ook moet er in de stallen afleidingsmateriaal aanwezig zijn dat voorziet in de natuurlijke behoefte van het varken om te kunnen onderzoeken. De regels voor dit materiaal zijn dezelfde als waar ook de wet naar verwijst: het gaat om verschillende materialen en de varkens moeten het kunnen opeten, erop kunnen kauwen, erin kunnen wroeten en het kapot kunnen maken. Ook is het belangrijk dat het materiaal telkens weer nieuw en anders is zodat de varkens nieuwsgierig blijven, en het moet voor meerdere varkens tegelijk beschikbaar zijn. Onder het Beter Leven keurmerk met 1 ster is een uitloop naar buiten niet verplicht.
Beter Leven 1 ster stelt dat structurele oorzaken voor staartbijten moeten worden tegengegaan en bij eventueel couperen van de staart (wat alleen is toegestaan met verklaring van een dierenarts) moet een minimaal voorgeschreven staartlengte behouden blijven. Het transport naar de slachterij mag maximaal 8 uur duren, wat betekent dat de dieren ook buiten Nederland mogen worden geslacht. Wel mag alleen gebruik worden gemaakt van slachterijen waar alle dieren (dus ook niet-Beter Leven) verdoofd worden geslacht.
De aanvullingen die Beter voor Natuur & Boer doet ten opzichte van bovenstaande eisen van Beter Leven 1 ster, zitten in een iets specifiekere formulering maar leiden niet tot een verbetering van het dierenwelzijn.