On the way to PlanetProof is een keurmerk van Stichting Milieukeur.
On the way to PlanetProof

Laatste screening: september 2025
Thema's
Het keurmerk On the way to PlanetProof werkt deels met concrete normen die meteen gelden en deels met doelsturing, waarbij boeren keuzevrijheid hebben hoe ze een doel behalen. Dit past bij een nieuwe manier van denken binnen het beleid over verduurzaming van landbouw. Bij doelsturing ligt het resultaat verder in de toekomst dan bij middelvoorschriften. Om de ambitie van doelsturing op waarde te kunnen schatten is daarom goede impactrapportage cruciaal. Milieu Centraal kan de ambitie van schema’s gebaseerd op doelsturing binnen de huidige methodiek nog niet goed beoordelen en daarom geven we nu geen score voor milieu. Milieu Centraal onderzoekt de mogelijkheid om dit op korte termijn wel te kunnen beoordelen. Hieronder leggen we wel uit welke eisen dit keurmerk stelt.
Bedrijven moeten hun broeikasgasuitstoot berekenen en registreren En er is een maximale toegestane hoeveelheid broeikasgasuitstoot per hoeveelheid melk. Dit kan leiden tot intensivering van de productie, waardoor het extra belangrijk is dat er goede eisen zijn om biodiversiteit te ondersteunen. Er geldt een vrijstelling voor de maximale broeikasgasuitstoot als bedrijven juist extra inzetten op biodiversiteit, en ze minimaal 10% extensief kruidenrijk grasland hebben. Andere deelnemende boeren moeten minimaal 5% van het bedrijf inrichten als extensief kruidenrijk grasland of op een andere manier met een vergelijkbare waarde voor natuur en biodiversiteit. Minimaal 55% van het eiwit in het voer komt van eigen land. Er zijn maxima gesteld aan de ammoniakuitstoot en de hoeveelheid stikstof die in de bodem mag komen. Er zijn weinig beperkingen aan bestrijdingsmiddelen, maar het gebruik moet worden geregistreerd.
Dieren krijgen weidegang volgens de normen van Stichting Weidegang, dus dat betekent totaal 720 uur in 120 dagen per jaar. Ook jongvee gaat in de eerste twee levensjaren minimaal 100 dagen de wei in. Een bedrijf heeft maximaal 10 melkkoeien per hectare beweidbaar gras. Er is één schuurborstel per 70 koeien en ook jongvee krijgt een schuurvoorziening. Vloeren moeten grip geven. In de stal is minstens één maatregel genomen om hittestress te voorkomen. Kalveren leven vanaf 14 dagen in groepen samen. Er zijn eisen aan diergezondheidsmonitoring om een minimale diergezondheid te waarborgen. Bij ongerief zoals ernstige ontstekingen wordt de pijn bestreden. Jaarlijks wordt met de dierenarts besproken hoeveel koeien uierontsteking hebben ontwikkeld. De gemiddelde kalversterfte wordt bijgehouden en moet lager dan het Nederlandse gemiddelde zijn. Als deze hoger dan 10% is, moet de veehouder een plan maken met de dierenarts om de situatie te verbeteren. Er zijn geen bovenwettelijke eisen aan maximale transportduur, bedwelming en dodingsmethode. De gemiddelde minimale leeftijd bij slacht is minimaal 5 jaar en 6 maanden. Elk jaar wordt deze minimale gemiddelde leeftijd hoger. Slachtbevindingen over de gezondheidsstatus van de dieren worden ook besproken met de dierenarts.
De duurzaamheidseisen van dit keurmerk zijn gemakkelijk te vinden op de website van het keurmerk. De eisen zijn in het Nederlands geschreven. De duurzaamheidseisen zijn heel specifiek opgesteld en daarom goed te controleren. Op de website van het keurmerk vind je algemene informatie over wat het keurmerk wil bereiken, welke problemen het wil aanpakken en op welke manier het dat wil doen. Er staat ook bij welke dilemma's het daarbij tegenkomt én hoe het daarmee omgaat. De keurmerkeigenaar heeft uitgebreid antwoord gegeven op onze vragen over het betrekken van andere belanghebbenden bij het doorontwikkelen van de eisen. Deze informatie staat ook op zijn website. Belanghebbenden met verschillende achtergronden zijn betrokken bij het (verder) ontwikkelen van de duurzaamheidseisen. Zo zorgt de keurmerkeigenaar ervoor dat er een breder beeld ontstaat en dat er meer vertrouwen is in de gemaakte keuzes dan wanneer hij dit allemaal zelf zou bepalen.
Het is belangrijk dat keurmerken nadenken over hun impact. Dit keurmerk legt voldoende uit over hoe het de impact in kaart brengt of wil gaan brengen. Het zet goede stappen voor de impactrapportage.
Ieder jaar controleert een onafhankelijke (geaccrediteerde) organisatie of de gecertificeerde producenten de eisen van het keurmerk ook echt naleven. Deze controlerende partij heeft specifieke expertise in huis om naleving van deze eisen te controleren. Een deel van de controles wordt niet van tevoren aangekondigd. Het keurmerk vertelt heel precies welke gevolgen er zijn als er (tijdelijk) niet voldaan wordt aan de eisen die het stelt. De organisatie die de controles uitvoert, bepaalt wat de gevolgen zijn. Het keurmerk heeft een systeem opgezet waarmee het gecertificeerde producten in de hele keten kan volgen. Zo weet je dat het product dat je koopt geproduceerd is volgens de eisen van het keurmerk. En alle schakels in de keten moeten gecertificeerd zijn, zodat iedere schakel zich aan de eisen van het keurmerk houdt.
Meer informatie?
Er is nog veel meer te lezen over de milieu-impact van zuivel.