Voedingsmiddelen met het EKO-NL-keurmerk zijn in Nederland geproduceerd volgens de Europese regels voor biologische landbouw (zie EU-biologisch). EKO-NL-gecertificeerde producenten zetten extra stappen om nog duurzamer te werken.
De sterren in het logo geven aan hoeveel procent van de inhoud EKO-NL-gecertificeerd is. Enkelvoudige producten kunnen alleen het EKO-NL 3 sterren-keurmerk krijgen, wat betekent dat minimaal 90% EKO-NL is. Wij beoordelen alleen het 3 sterren-logo, maar als je EKO-NL 1 ster tegenkomt, zitten er 30 tot 60% EKO-NL-ingrediënten in. Bij EKO-NL 2 sterren is dat 60 tot 90%.
EKO-NL 3 sterren
Topkeurmerk
Laatste screening: september 2025
Thema's
De milieueisen zijn gebaseerd op die van het keurmerk EU-biologisch. Biologische bedrijven gebruiken heel beperkt bestrijdingsmiddelen, en dan alleen natuurlijke middelen, geen chemische. Ze proberen ziekte, plagen en onkruid te voorkomen met teeltmaatregelen. Kunstmest gebruiken ze niet. De dieren krijgen biologisch voer. Minimaal 70% van het veevoer komt van het eigen bedrijf of anders uit de regio (EU). Daardoor blijft de import van veevoer en eventuele daarmee gepaard gaande tropische ontbossing beperkt. EU-biologisch stelt geen eisen aan beperking van broeikasgasuitstoot, hoewel het verbod op kunstmest wel veel uitstoot voorkomt, omdat er heel veel energie nodig is voor productie van kunstmest. Het aantal dieren per grondoppervlak moet zodanig zijn dat de schade aan de bodem door de dieren en hun mest minimaal is. Het maximale aantal dieren is ook beperkt om een te hoge stikstofuitstoot te voorkomen.
EKO-boeren moeten daarbovenop 5% van hun land zo inrichten dat het de streekeigen biodiversiteit stimuleert. Alle aangekochte elektriciteit is groene stroom.
Ook de dierenwelzijnseisen zijn gebaseerd op die van het keurmerk EU-biologisch. Net als bij biologisch is er aandacht voor het type huisvesting, met voldoende ruimte en middelen voor soorteigen gedrag. Vloeren moeten bedekt zijn met strooisel en mogen niet glad zijn. Het is verplicht dat dieren altijd toegang tot buitenruimte hebben. Er moet buiten ook schaduw en beschutting zijn voor verschillende weersomstandigheden. EKO schrijft dagelijkse weidegang voor melkgevende koeien voor tussen 15 april en 15 oktober, met gemiddeld 8 uur per dag (ongeveer 180 dagen). Bij EKO hebben dieren toegang tot een koeborstel.
Ziektepreventie moet gebeuren door keuzes in de werkwijze, niet met medicatie (zoals antibiotica). Zieke dieren moeten wel meteen behandeld worden, alle gebruikte medicatie is op voorschrift van een dierenarts en moet worden geregistreerd. Onthoornen mag bij uitzondering, maar alleen onder verdoving en met pijnbestrijding achteraf. Minimaal 60% van het rantsoen is ruwvoer. Lijden, pijn en stress moeten tijdens het hele leven worden vermeden of tot een minimum beperkt, inclusief voor en tijdens de slacht. De transporttijd moet tot een minimum worden beperkt, maar er is geen maximum vastgesteld.
De producent krijgt extra betaald voor duurzaamheidsinspanningen die het keurmerk vraagt.
De duurzaamheidseisen van dit keurmerk zijn gemakkelijk te vinden op de website van het keurmerk. De eisen zijn in het Nederlands geschreven. De duurzaamheidseisen zijn heel specifiek opgesteld en daarom goed te controleren. Op de website van het keurmerk vind je algemene informatie over wat het keurmerk wil bereiken, welke problemen het wil aanpakken en op welke manier het dat wil doen. Maar er staat niet bij welke dilemma's het daarbij tegenkomt.
De keurmerkeigenaar heeft uitgebreid antwoord gegeven op onze vragen over het betrekken van andere belanghebbenden bij het doorontwikkelen van de eisen. Deze informatie staat ook op zijn website. Belanghebbenden met verschillende achtergronden zijn betrokken bij het (verder) ontwikkelen van de duurzaamheidseisen. Zo zorgt de keurmerkeigenaar ervoor dat er een breder beeld ontstaat en dat er meer vertrouwen is in de gemaakte keuzes dan wanneer hij dit allemaal zelf zou bepalen.
Het is belangrijk dat keurmerken nadenken over hun impact. Dit keurmerk legt voldoende uit over hoe het de impact in kaart brengt of wil gaan brengen. Het zet goede stappen voor de impactrapportage.
Ieder jaar controleert een onafhankelijke (geaccrediteerde) organisatie of de gecertificeerde producenten de eisen van EU-biologisch ook echt naleven. Naleving van de eisen die EKO-NL extra stelt bovenop EU-biologisch, wordt één keer per twee jaar gecontroleerd. Een deel van de controles wordt niet van tevoren aangekondigd. Het keurmerk vertelt dat er gevolgen zijn als er (tijdelijk) niet wordt voldaan aan de eisen en dat legt het in het algemeen uit. De organisatie die de controles uitvoert, bepaalt wat de gevolgen zijn. Het keurmerk heeft een systeem opgezet waarmee het gecertificeerde producten in de hele keten kan volgen. Zo weet je dat het product dat je koopt geproduceerd is volgens de eisen van het keurmerk.
Meer informatie?
Er is nog veel meer te lezen over de milieu-impact van zuivel.