De milieueisen van EU Ecolabel voor schoenen gelden voor alle fasen van de textielketen: de teelt van de vezels en huiden, de bewerking van de material en het maken van het eindproduct. Ook stelt het eisen aan de kwaliteit van de schoenen.
Grondstoffen: Het keurmerk stelt speciale eisen voor verschillende materialen, zoals katoen, leer, kurk en synthetische vezels. Afhankelijk van het type vezel stimuleert het keurmerk het gebruik van biologische en/of gerecyclede vezels. Katoen moet voor minimaal 10% biologisch geproduceerd worden, gerecycled katoen wordt gestimuleerd. Huiden en vellen mogen alleen afkomstig zijn van dieren die worden gehouden voor de melk- en vleesproductie. Hout en kurk moeten over een FSC- of PEFC-keurmerk beschikken (of een vergelijkbaar keurmerk). Er zijn geen eisen voor watergebruik, landgebruik of biodiversiteit.
Draden en stoffen: Er gelden eisen voor het watergebruik bij looien. Ook zijn er beperkingen voor het gebruik en de uitstoot van schadelijke stoffen tijdens de verwerking van leer, rubber en textiel. Er zijn geen eisen voor energiegebruik of microplastics.
Er zijn beperkingen voor het gebruik en de uitstoot van schadelijke stoffen bij het maken van de schoenen. Er zijn geen eisen aan de uitstoot van microplastics of verspilling van materiaal.
Gebruik: Er zijn eisen voor onder andere slijtage en verkleuring. In het eindproduct mogen geen resten zitten van gevaarlijke stoffen. Op de verpakking moeten aanwijzingen staan over het schoonmaken en onderhouden van de schoenen, de optie om te repareren en het juist inleveren van schoenen die niet meer gebruikt kunnen worden.