Biocyclische-veganlandbouw is een helemaal plantaardige én biologische vorm van landbouw. Dit landbouwsysteem gebruikt geen productiedieren en ook geen dierlijke meststoffen.
Biocyclische-Veganlandbouw

Laatste screening: september 2025
Thema's
De boeren werken volgens de regels van de biologische landbouw, maar wijken daar op enkele punten van af. Omdat ze geen dierlijke mest gebruiken, komen alle meststoffen uit plantaardige grondstoffen. Ze gebruiken ook geen kunstmest. Net als andere biologische boeren houden ze de bodem gezond door bijvoorbeeld verschillende gewassen af te wisselen. Biocyclische-veganboeren werken ook veel met humus om de bodem mee te voeden. Deze humus maken ze zelf van gewasresten en specifiek hiervoor geteelde gewassen. Biologische en ook biocyclische-veganbedrijven gebruiken heel beperkt bestrijdingsmiddelen, en geen synthetische middelen. Dit is beter voor de biodiversiteit, omdat bestrijdingsmiddelen vaak ook goede insecten doden. De boeren proberen ziekte, plagen en onkruid te voorkomen met teeltmaatregelen. Ze moeten bovendien nestgelegenheid aan verschillende vogels bieden, door bomen van verschillende hoogte op hun erf te hebben. En ze moeten wilde bestuivers aantrekken; als deze er niet zijn, moeten planten met de hand bestoven worden.
Er zijn geen eisen aan vermindering van broeikasgasuitstoot, hoewel het verbod op kunstmest wel veel uitstoot voorkomt omdat er heel veel energie nodig is voor productie van kunstmest. Biocyclische-veganboeren moeten duurzame energie gebruiken voor warmte en licht in kassen. Ook is gebruik van regenwater verplicht en moet de aanvoer van water worden geoptimaliseerd worden op basis van de behoefte van de plant. Doordat er veel humus in de bodem zit en omdat de grond permanent bedekt moet zijn (mulchen), hebben gewassen minder water nodig.
Dit keurmerk maakt op de eigen website duidelijk welke eisen het aan duurzaamheid stelt. De eisen zijn in het Engels geschreven. Veel duurzaamheidseisen zijn specifiek opgesteld en daarom goed te controleren, maar dat is niet voor álle eisen zo. Op de website van het keurmerk vind je beperkt informatie over wat het keurmerk wil bereiken, welke problemen het wil aanpakken en op welke manier het dat wil doen. De eigenaar van dit keurmerk vertelt niet of hij ook andere belanghebbenden betrekt bij het doorontwikkelen van de eisen. Zo is het lastig te bepalen of maar één partij de richting van het keurmerk bepaalt, of dat dat er meerdere zijn.
Ieder jaar controleert een onafhankelijke (geaccrediteerde) organisatie of de gecertificeerde producenten de eisen van het keurmerk ook echt naleven. Deze controlerende partij heeft specifieke expertise in huis om naleving van deze eisen te controleren. Een deel van de controles wordt niet van tevoren aangekondigd. Het keurmerk vertelt dat er gevolgen zijn als er (tijdelijk) niet wordt voldaan aan de eisen en dat legt het in het algemeen uit. De organisatie die de controles uitvoert, bepaalt wat de gevolgen zijn. Het keurmerk heeft een systeem opgezet waarmee het gecertificeerde producten in de hele keten kan volgen. Zo weet je dat het product dat je koopt geproduceerd is volgens de eisen van het keurmerk.
Meer informatie?
Er is nog veel meer te lezen over de milieubelasting van groente en fruit.